Harmanus Stoel en zijn echtgenote temidden van leden van de Hervormde Meisjesvereniging Veenwouden. Foto: Protestantse gemeente Veenwouden
Omdat tekst verderop, zoals die in de krant stond, misschien wat te klein is om te lezen, hierbij nog de tekst in normale opmaak:
Het is 100 jaar geleden dat de Westerwolders afscheid namen van een van de grootste voorvechters van hun gebied: de Friese dominee Harmanus Stoel.
Toen Harmanus Stoel in 1923 als dominee aan de slag ging in Veenwouden in Friesland, deed hij dat vast met een knagend gevoel. Hij had kort tevoren namelijk afscheid genomen van Westerwolde, het gebied waar hij 10 jaar lang zo’n innige relatie mee had gehad. Het gebied ook waar hij zich op allerlei manieren voor had ingezet en waarvan hij al schrijvend de bekendheid had vergroot.
Berlijn
Harmanus Stoel was geen Westerwolder van origine maar een Fries. Hij werd in 1878 geboren in Burum en studeerde theologie in Groningen, Amsterdam en Berlijn. Grote steden waar tussen 1896 en 1902, de periode van zijn studie, de moderne tijd al geheel was ‘doorgebroken’. De basis voor de wereld zoals we die nu om ons heen zien, was daar al gelegd.
Na zijn studie keerde hij terug naar het Noorden. Hij werd hervormd predikant in Vledder, in dat kleine Drentse esdorp. En in 1913 kwam het moment waarop hij met zijn echtgenote naar Sellingen vertrok, naar het hart van Westerwolde, om de hervormde kerkgemeente daar te gaan dienen.
Doorgaande wegen
Stoel kwam terecht in een gebied dat nog betrekkelijk geïsoleerd was, waar die moderne tijd zich nog maar een beetje liet zien. Lang niet alle doorgaande wegen waren er verhard, wateroverlast was er een groot probleem, sommige mensen woonden er nog in plaggenhutten, de tientallen kleine dorpjes lagen als kleine, sprookjesachtige en romantische wereldjes op zich verspreid in het land.
,,Westerwolde bevond zich nog op de grens van de oude en de nieuwe tijd en in dat grensgebied belandde dominee Stoel’’, vertelt historicus Jochem Abbes, die voorzitter is van de Historische Vereniging Westerwolde. Hij heeft het leven van de dominee intensief bestudeerd. ,,Groter kon het verschil niet zijn met de grote steden waarin hij had geleefd.’’
Historie en gebruiken
Stoel werd verliefd op zijn nieuwe omgeving, waarschijnlijk op slag. Hij stortte zich niet alleen op zijn taak als dominee maar begon ook de historie en de gebruiken van Westerwolde te bestuderen. Hij sprak daartoe met inwoners van Sellingen en omringende dorpen, stapte hun huizen binnen en zoog gretig in zich op wat hij te horen kreeg.
Hij hield de opgedane kennis niet voor zich, maar gaf die door aan anderen. Aan de lezers van de Winschoter Courant met name. ,,In die krant begon hij verhalen over Westerwolde te schrijven’’, weet Abbes. ,,Heel geregeld leverde hij bijdragen, zeven jaar lang. Hij schreef bovendien verhalen voor De Groninger Volksalmanak.’’
Begrafenissen en noaberschap
Al die artikelen gingen over de zeden en gewoonten van Westerwolde; over de manier bijvoorbeeld waarop begrafenissen verliepen, met een heel grote rol voor het noaberschap. Ze gingen over de historie van het gebied, over zijn natuur en landschap en religie. Uit de verhalen sprak de grote kennis van maar vooral ook de grote liefde van Stoel voor Westerwolde.
Zo, al schrijvende, maakte de dominee het geïsoleerde Westerwolde bekender bij veel mensen in de hele provincie Groningen en daarbuiten. Hij deed zo een beetje wat een eeuw voor hem schilders hadden gedaan. Die ontdekten rond 1800, in de tijd van de Romantiek, het toen nog veel afgelegener gebied en vereeuwigden het met hun penseel.
Een hele onderneming
Stoel moest zijn geliefde gebied wel eens verlaten. Bijeenkomsten in Groningen, de krant in Winschoten, zij vroegen om zijn aanwezigheid. Maar reizen naar die steden was een hele onderneming en vroeg uren, zeker in de winter, wanneer menig pad in Westerwolde onbegaanbaar was. In het begin van 1915 schreef hij aan zijn vriend en theoloog Oepke Noordmans:
‘Vandaag is Brouwer in Groningen om te spreken voor de ring van rechtzinnige predikanten te Groningen. Gaarne was ik gegaan, maar sedert ik in Sellingen ben, ben ik al talloze malen afgehouden van uitgaan door weer, wind enz. Vijf uren van de trein, zonder enig verkeermiddel. Gelukkig rolt met juni of juli de stoomtram…’
Vijf uren om bij de trein te komen…. Het gebeurde wel eens dat hij na een reis naar Groningen op de terugweg in Winschoten moest overnachten, het vroeg te veel tijd om nog door Westerwolde te reizen’’, weet Abbes. ,,Je was heel lang onderweg in die tijd.’’
Legendarische stoomtram
Maar gelukkig begon de stoomtram te rollen. Dat was de nu legendarische stoomtram Ol’ Graitje die tussen Ter Apel en Winschoten, en later nog noorderlijker, reed en mede de moderne tijd naar Westerwolde bracht. ,,In die tijd werd ook de weg van Ter Apel naar Vlagtwedde verhard, werden de grote waterwegen als het Ruiten Aa Kanaal gegraven en hoogveen massaal ontgonnen’’, aldus Abbes. ,,Westerwolde gleed de moderne tijd binnen en Stoel maakte dat mee, en schreef daar ook over.’’
Victoriaans Engeland
Harmanus Stoel was niet alleen door Westerwolde maar ook door John Henry Newman gefascineerd. Deze Engelse theoloog leefde in het Victoriaanse Engeland, in de 19de eeuw, was aanvankelijk lid van de Anglicaanse Kerk maar werd rooms-katholiek. Stoel bestudeerde het leven en werk van Newman en schreef er een proefschrift over. Dat rondde hij af in Sellingen, om er vervolgens op te promoveren aan de faculteit Godgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Dat schrijfwerk verrichtte hij in de hervormde pastorie in Sellingen die hij met zijn vrouw bewoonde. Kinderen had het echtpaar niet. De pastorie stond vlakbij het middeleeuwse, schilderachtige kerkje waarin hij preekte. De kerk die ook een stuk Westerwoldse geschiedenis meedraagt die hij mede heeft weten te redden.
Muurschilderingen
,,Want op zeker moment viel er wat kalk van het kerkgewelf af en bleken daar prachtige en eeuwenoude muurschilderingen onder te zitten’’, aldus Abbes. ,,Schilderijen van onder anderen de Heilige Margaretha en Heilige Christoforus. Stoel maakte zich enorm sterk voor de restauratie van die schilderingen, schreef er uiteraard ook over in de Winschoter Courant . De schilderingen werden uiteindelijk in ere hersteld en zijn nog altijd te zien in de kerk.’’
Nog veel ouder dan die schilderingen was het urnenveld dat de beroemde archeoloog Albert van Giffen in die tijd bloot legde in Wessingtange, vlakbij Sellingen. Stoel maakte zich sterk voor die opgraving, bereidde hem zelfs voor, en wees op het belang van die vondsten. Ook hier dreven hem die intense interesse en die grote liefde voor Westerwolde.
Toen hij in 1923 het gebied verliet, was dat de moderne tijd binnengestapt. De grote kanalen waren toen gegraven, het openbaar en ander vervoer verbeterd, de wegen ook. Het geïsoleerde Westerwolde bestond niet meer.
Hoog aanzien
Tien jaren had Stoel gewoond en gewerkt in Sellingen. ,,Dat was een lange tijd voor een dominee’’, stelt Jochem Abbes. ,,Normaal werd een predikant na vijf, zes jaar naar een andere kerkgemeente beroepen. Dominee Stoel bleef veel langer. Het beviel hem goed in Sellingen. En uit de notulen van de hervormde gemeente in Sellingen blijkt dat hij een hoog aanzien genoot, dat de lidmaten van de kerk ook blij met zijn aanwezigheid waren. Maar op een bepaald moment nam hij toch afscheid. Maar hoe moeilijk hij Westerwolde los kon laten, bleek uit het feit dat hij vanuit zijn nieuwe standplaats, Veenwouden, nog geruime tijd artikelen over Sellingen en wijde omgeving bleef schrijven in de Winschoter Courant . ’’
Harmanus Stoel leefde nog lang en overleed in 1966 in Utrecht, ver weg van het gebied waarvoor hij zich zo inzette en waar hij het volgens Jochem Abbes verdient om herinnerd te blijven. Ver weg van Westerwolde waarop hij zo verliefd was, waarin hij 10 jaren rond liep als een dominee op vrijersvoeten.
Herinnering
In Westerwolde zelf herinnert weinig momenteel aan de aanwezigheid en de activiteiten van dominee Stoel. ,,De schilderingen en de orgelgalerij in de kerk van Sellingen, dat er ook dankzij hem kwam, zijn er natuurlijk nog wel’’. aldus Abbes. ,,Maar geen plaquette of gedenksteen. Wellicht dat we als Historische Vereniging Westerwolde ooit eens na kunnen denken over een blijvende herinnering, in welke vorm dan ook.’’