Graanrepubliek op vier wielen

Samen met Edo C. Edens uit Bellingwolde hebben we de geschiedenis van deze barouchette achterhaald. Mario Broekhuis maakte er een mooi verhaal van, dat we graag met u delen.

Vraag een Groninger niet naar de romantiek van het vroegere platteland. Die was er niet. Punt. Denk daarom ook niet dat er bij de barouchette van Nanno Edens even een leuk stukje over plezierritjes en met jolige anekdotes is te schrijven. De achterneven van Edens komen niet verder dan: “Volgens mij en mijn neef, ook een Edo Edens, leefden zij heel eenvoudig, net als iedereen in die tijd. Zij waren niet onbemiddeld.”

Het Oldambt staat tot op de dag van vandaag aan de top van grootgrondbezitters in Nederland. Een akkerbouwer heeft er gemiddeld een kleine honderd hectare, Nanno Edens (1858-1949) zat met veertig hectare op het gemiddelde in 1900. Dat straalt zijn boerderij af: staan in het dorp Bellingwolde een aantal sprookjesachtige kastelen van boerderijen, hier in het gehucht Den Ham, aan de Hamsterdijk staan er een stel heel braaf op keurige afstanden van elkaar en een beetje bescheiden in omvang. Met een beetje opsmuk aan de gevel en niet geheel los van het feitelijke bedrijfsgedeelte. Maar de boerderij van Edens mag dan bescheiden zijn voor een kleiboer in die streek, in vergelijking tot de piepkleine arbeidershuisjes die er ook staan is het evenwel een paleis.

Nanno huwt in 1889 met Albertje Tammes (1870-1960). Hij 31, zij 19. Mogelijk is er in huize Edens wel ‘ns gefoeterd dat ‘het er maar ‘ns van moest komen’ door een vader die zijn einde zag naderen, want amper een jaar later komt voor Nanno en diens broer de erfenis van het boerenbedrijf vrij.

Ergens rond die tijd laat Nanno bij Rijtuigfabriek Harm Alberts Verwer (1847-1896) aan de Grintweg in Winschoten een barouchette bouwen. Rijtuigfabriek is een groot woord voor een werkplaats in het verlengde van het kleine woonhuis, met een wagenmaker en twee knechten. Verwer stamt niet echt uit een wagenmakergeslacht, eerder van wolkammers en landarbeiders.
De familienaam Verwer komt waarschijnlijk van Albert Jans Verwer, blauwverver, een gekend beroep in die tijd. Weduwen gingen voornamelijk in het zwart. Het was niet gewoon om de garderobe zomaar te vervangen, dus werd deze naar de blauwverver gebracht die zorgde voor een zwartblauwe garderobe. Maar Harm Alberts pakt in alle bescheidenheid het houtsnijmes op om wagens te bouwen voor akkerbouwers als Nanno Edens. Wat mogelijk meespeelt voor diens bestelling is de verharding van de Hamsterdijk in 1892, voor die tijd reden de boeren nog met wagens in de riemen en nu breekt de tijd aan voor een modern rijtuig op ellipsveren. En het geld is er.
De welvaart in deze Graanrepubliek dateert uit de tijd van 1850 tot 1875 waarin de graanprijzen omhoog schieten. Het geld kan niet op voor hen die de ‘opstrekkende heerden’, de langgerekte kavels land bezaten. Maar hun arbeiders profiteren er niet van mee. Die blijven straatarm. Nanno Edens maakt bewust mee hoe die wereld begint te kantelen: in 1892 slaat de politie een oproer van Bellingwolder arbeiders uit elkaar en het zou in zijn verdere leven nog tweemaal tot langdurige stakingen komen, de kiem voor het in deze streek sterk opkomend communisme. Nanno haalt er waarschijnlijk zijn schouders voor op, hij hoort niet bij de grootste uitbaters en kan zijn knechten wel in het gareel houden.

Telkens op zondag laat Nanno een knecht de barouchet uit de schuur trekken om één of twee paarden aan te spannen, net waar de rit na afloop van het kerkbezoek naar toe ging. Aan de voorkant van hun huis kijken de Edens in de verte uit op de vesting Oudeschans, en rechtsachter zien ze de vrijstaande toren van de hervormde Magnuskerk van Bellingwolde. Als het paard stond ingespannen en de kerkklok slaat zijn ze op tijd om te gaan voor het zondagsgebed, tien minuten in stap, vijf in draf. De terugweg gaat gegarandeerd voor een visite langs één van de andere herenboerderijen en met een grote cirkel door de landerijen die met name in de zomermaanden zo prachtig zijn als een schier oneindig goudgele zee van graan.
Met een paar opgroeiende kinderen zit de barouchette na een paar jaar wel zo ongeveer vol. Nanno en Albertje voelen misschien ook een behoefte om wat vaker als stel op visite te gaan. Er kan een tweede rijtuig komen. Maar hoe goed de barouchette ook bevalt, een nieuwe bestelling bij Verwer zit er niet meer in. Na Harm Alberts dood in 1896 bleef zijn vrouw namelijk achter met één volwassen zoon (Harm), drie huwbare dochters en drie jonge zoons. Zij zetten de wagenmakerij voort tot Harm in 1904 het faillissement aanvraagt en naar Bremen vertrekt om een handel in lak- en verfwaren te beginnen.
Nanno Edens doet nu een beroep op zijn dorpsgenoten de gebroeders Bultena (stelmakers), smid J. Kruiter en schilder E. Engels. Zij bouwen in de jaren 1911-1912 een Prins Albert. Het is daarbij vooral Kruiter die het voortouw neemt als zoon van een werktuigenfabrikant die in 1851, in gezelschap van onder andere rijtuigfabrikant Teulings uit Den Bosch, de wereldtentoonstelling in Londen mag bezoeken op kosten van de staat. Kruiter junior is dus wel iets meer dan iemand die ploegenscharen smeedt. Die doet het ijzerwerk. De Bultena’s gaan als kerels van het hout de uitdaging aan om een koetswerkje te maken dat in sierlijkheid die Prins Alberts van Brukker uit de stad Groningen overtreft. En Engels heeft de beste schilderknecht in dienst voor het oogstrelende lakwerk. Maar het eindresultaat kan bijna niet feodaler zijn. Want het boerenechtpaar Edens zit op dit rijtuig warmpjes en droog onder de kap, en de knecht kijkt achterop in weer en wind tegen diezelfde kap aan. Het symboliseert de verhoudingen.

In 1926 neemt zoon Aiko (1899-1967) het akkerbouwbedrijf van Nanno en Albertje over. Zij verhuizen naar een ‘renteniersbehuizing’ waar ze tot hun dood zullen wonen. Aiko ervaart de omwenteling in de akkerbouw al rap en nog sterker dan zijn vader. Als hij in 1932 een bijeenkomst meemaakt voor de oprichting van een boerenbond, om op te komen voor de belangen van de sector, klapt hij mee als een boerenvoorman roept: “We hebben het striemen van de zweep genoeg gevoeld. Laten we hem nu zelf maar eens hanteren.” Het zijn nu de boeren die in het nauw komen en de tijd om als feodaal heerser in een Prins Albert door de dreven te rijden is dan echt voorbij. Als Aiko in 1957 de handdoek in de ring gooit als akkerbouwer en de boerderij verpacht, schenkt hij de al lang in onbruik geraakte rijtuigen van zijn vader aan het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek.

Wie nu een autotochtje maakt om de boerderij aan de Hamsterweg 18 te zien hoeft er niet naar te raden: de rijkdom van de akkerbouwers van het Oldambt, waar Bellingwolde oogluikend toe behoort, is verdampt. Hun graan levert amper nog iets op, hun grond is in waarde tot onder de zeespiegel gedaald. De boerderij van Edens heeft het geluk gehad om een nieuwe akkerbouwer te treffen die het land bewerkt, al is het in een zekere armoede en alleen, zonder knechten. De boerderij van de buren staat op instorten, onverkoopbaar en onbetaalbaar om te onderhouden.

Om dit deel van de geschiedenis van Nederland en het leven van akkerbouwers als Nanno Edens beter te begrijpen is het boek ‘De Graanrepubliek’ van Frank Westerman een absolute aanrader.

https://www.hippomobielerfgoed.nl/

https://www.facebook.com/hippomobiel/

Geïllustreerde Gids voor Westerwolde 1906

Op onze ledenbijeenkomst in Harpel kregen we van mevrouw Anje Tattje-Kranenborg dit boekje uit 1906 aangeboden. Het geeft een hele leuke beschrijving van Westerwolde in die tijd. We zullen het boekje in onze bibliotheek op gaan nemen. Het kan echter gezien de staat van het boekje niet worden uitgeleend.
Maar we willen onze leden en andere belangstellenden toch graag de gelegenheid geven om het boekje in te zien. Daarvoor hebben we het boekje ingescand en is het binnenkort op de website in te zien. In het boekje worden een aantal plaatsen in Westerwolde beschreven en zelfs een wandeling besproken van de Hongerige Wolf naar Weende.
Ook zijn de advertenties van de sponsoren in de gids heel vermakelijk om te lezen.

Link naar het boekje

Link naar de radio uitzending over dit onderwerp (met dank aan Meijco van Velzen)

Ledenbijeenkomst in Harpel 15-12-2018


In een tot de laatste stoel bezet dorpshuis in Harpel sprak Ruud Weijdeveld voor onze leden over het communistische verzet in Groningen. Dit naar aanleiding van de boeken, die hierover zijn verschenen. Een heel indrukwekkend verhaal, waar weinig over bekend is.
Ook de Emslandkampen en de vluchtroutes door Oost Groningen en de kwalijke rol die burgemeester Beins van Vlagtwedde heeft gespeeld werden nog eens uit de doeken gedaan. De boeken zijn nog steeds verkrijgbaar bij de Geert Sterringastichting.
Voor nader informatie zie: http://www.geertsterringastichting.nl/

 

Winternummer Terra Westerwolda verschenen

De leden van de Historische Vereniging Westerwolde (HVW) ontvangen een dezer dagen het winternummer van Terra Westerwolda per post. Het blad is binnenkort ook weer verkrijgbaar bij verschillende (boek)winkels in de regio, bij de Bruna in Winschoten en bij boekhandel Godert Walter in Groningen.

Jip en Janneke in Harpel

In dit nummer o.a. een groot interview met Doede Bruinsma (1926). Hij bracht zijn jeugd door in Harpel en al trok hij toen hij begin twintig was de wijde wereld in, hij voelt zich nog altijd verbonden met dit dorp. Als kind had hij met zijn buurmeisje Hilvertje een ‘Jip-en-Jannekeverhouding’. Kunstschilder Geert Schreuder liet zich door deze ontboezeming inspireren en maakte er een prachtige illustratie bij, die ook de cover siert.

Karl Marx in Westerwolde

2018 is uitgeroepen tot het Karl Marxjaar. Het is 200 jaar geleden dat deze bewonderde, maar ook verguisde revolutionair werd geboren. Tjarko van Dijk zocht uit of zijn denkbeelden ook doordrongen in Westerwolde en het Oldambt. Mevrouw Bruining-Principaal maakte als achttienjarige angstige uren door tijdens de bevrijding van de Wedderbergen. Haar herinneringen beschrijft ze in een indrukwekkend verhaal. Het voormalige klooster in Ter Apel was in 1835 het reisdoel van schoolmeester Jan Gerrits Rijkens. Erik Wubs wijdt een artikel aan het reisverslag dat Rijkens hierover schreef.

Deftig zwart

Fraaie foto’s van de veelal zwarte damesmode van rond 1900 sieren dit nummer. Ze geven een beeld van de collectie van Museum de Oude Wolden in Bellingwolde. In de literatuurserie een laatste aflevering in het vierluik over dichter Kees Stip, die al in 1991 voorzag dat de gaswinning in Groningen veel ellende zou veroorzaken. Bert Jan Hartman sluit met deel 2 het verhaal over het noodlot van zijn grootvader Lammert Huizing in de Tweede Wereldoorlog af. In deze Terra Westerwolda natuurlijk ook nog de vaste rubrieken, zoals de column ‘Siste Viator’, deze keer geschreven door Tjarko van Dijk met als titel: Omzien. En ook Sanne Meijer was weer onderweg. Nu ontdekte ze het Bisschopskerkhof van Jipsinghuizen.


Lidmaatschap
Leden van de Historische Vereniging Westerwolde ontvangen het blad automatisch; de kosten voor het lidmaatschap bedragen slechts € 25,00 per jaar. Ook lid-abonnee worden? Klik dan hier.
Het blad is voor € 4,95 ook te koop bij diverse winkels in de regio (de verkoopadressen treft u aan op deze site). Het verschijnt drie keer per jaar. Het volgende (voorjaars)nummer komt in maart 2019 uit.

Reacties
Voor reacties en/of ideeën voor artikelen kunt u contact opnemen met Hans ter Heijden, telefoon: 0599 313 811 / 06 51 05 65 65; e-mail: taalschuur@hetnet.nl

Ter Apel krijgt een Historische Kring

Achter de schermen wordt hard gewerkt aan het oprichten van een Historische Kring Ter Apel. Initiatiefnemers zijn Lienke Lanting, Reind Krikke, Rienhart Wolf en Jakob Been. Aanleiding is de oproep van Rienhart Wolf tijdens de presentatie van zijn boek ‘Vervlogen tijden’ in mei vorig jaar in een afgeladen Hotel Boschhuis in Ter Apel. Wolf schreef tot mei vorig jaar artikelen voor de rubriek ‘Vervlogen tijden’ in deze krant en zijn werkzaamheden zijn overgenomen door Jakob Been.

“We willen ons beslist niet afzetten tegen de Historische Vereniging Westerwolde”, benadrukken de initiatiefnemers. “Integendeel. We worden ‘een club binnen de club’, we handelen onder de vleugels van de historische vereniging. Je mag om te beginnen alleen maar meedoen aan de activiteiten van de Historische Kring Ter Apel als je lid bent van de Historische Vereniging Westerwolde.”

De werkgroep in oprichting is bezig met het samenstellen van een programma voor de komende maanden. “Dan moet je denken aan bijvoorbeeld een historische wandeling door Ter Apel met behulp van oude foto’s, maar ook aan lezingen in bij voorkeur de Hesse bibliotheek. Verder willen we inwoners op leeftijd gaan interviewen die een boeiend verhaal over vroeger kunnen vertellen. Er worden opnames gemaakt van het gesprek en de tekst wordt eveneens op papier gezet. Daarnaast is het de bedoeling om drie keer een artikel over Ter Apel te schrijven, dat wordt geplaatst in Terra Westerwolda; het tijdschrift van de Historische Vereniging Westerwolde.”

U wilt meer informatie over de Historische Kring Ter Apel in oprichting? Stuur dan even een mail naar jbeen01@hetnet.nl

bron: Ter Apeler Courant gepubliceerd met toestemming van Paul Abrahams.

Historische Avonden 2018 25 oktober tot en met 6 december | elke donderdagavond

De Historische Vereniging Westerwolde en het MOW bieden dit najaar een boeiende lezingenreeks onder de titel ‘de Historische Avonden’. In zeven verschillende lezingen staat het thema opstand centraal. Alle sprekers vertellen verhalen over verzet en strijd door de eeuwen heen. De sprekers in deze reeks verlaat het oosten van Groningen om in onderwerpen te duiken die vaak Europese gevolgen hadden en soms meer, soms minder in de regio gevoeld werden.

Erfgoedcafé 25 oktober

We starten de reeks met een gezellig erfgoedcafé, waarbij jezelf verhalen en historische foto’s uit kunt wisselen met andere bezoekers. Het museum en de historische vereniging zijn aanwezig om mee te praten. Dirk Kome zwengelt verhalen aan door stil te staan bij de tentoonstelling Fotografen van de vooruitgang, met moderne foto’s van zijn hand en historische foto’s van Tonnis Post.

Praktische info

Elke lezing start om 20 uur. Je kunt vanaf 19.30 uur in het museum terecht.

De toegang bedraagt € 5,00 inclusief entree museum en een kopje koffie of thee.

Van plan om meerdere lezingen te bezoeken? Koop een strippenkaart! Verkrijgbaar bij de balie vanaf de eerste lezing voor € 11,50 voor 3 lezingen (€ 3,50 korting)

Leden van de Historische Vereniging Westerwolde betalen slechts € 4,00 per lezing
of € 10,00 voor een strippenkaart van 3 lezingen.

Locatie MOW:

Hoofdweg 161 9695 AE Bellingwolde
0597 – 53 15 09


25 oktober

Dirk Kome

Fotografen van de vooruitgang, erfgoedcafé met lezingen

We starten dit jaar met een extra gezellige avond waarbij fotograaf Dirk Kome op speelse wijze op meerdere momenten van de avond zal vertellen over zijn project Fotografen van de vooruitgang. In het museum vind je de bijbehorende tentoonstelling met dezelfde naam.

Fotografen van de vooruitgang toont historische foto’s van Tonnis Post, vooral bekend van zijn serie foto’s van plaggenhutten in Westerwolde. Foto’s die de Bellingwolder arts Pieter Bloemers Middendorp gebruikte om te pleiten voor betere huisvesting in de regio. Sociale fotografie als een vorm van actievoeren! Dirk Kome bracht de afgelopen jaren niet alleen veel van het oeuvre van Tonnis Post boven water, maar ging ook op zoek ging naar wat er terecht kwam van de plekken en personen op de foto’s van Post. Zijn foto’s vertellen het verhaal van het oosten van Groningen anno nu. Kome vertelt over meerdere onderdelen van de tentoonstelling/het project.

Neem vooral ook je eigen historische foto’s mee en deel verhalen met andere bezoekers.


1 november         

Geert Volders    

De mislukte revolutie van 1918

In november 1918 komt er na vier jaar strijd eindelijk een wapenstilstand, waarmee de Eerste Wereldoorlog ten einde komt. De Duitse keizer treedt af. In zijn land komt een einde aan eeuwenlang vorstelijk bestuur. Met de wapenstilstand keert de rust allerminst terug. Gedesillusioneerde soldaten vinden bij thuiskomst werkloosheid en hongersnood. Overal in Europa heerst angst voor een revolutie zoals die een jaar eerder in Rusland plaatsvond. Te midden van alle chaos bevindt zich het neutrale Nederland. In de week van 9 november 1918 meent de socialistische leider Troelstra dat Nederland klaar is voor een revolutie. Zijn revolutiepoging zou de geschiedenis ingaan als ‘de vergissing van Troelstra’. Maar wat gebeurde er nu eigenlijk in die spannende novembermaand in 1918? Historicus Geert Volder blikt terug op een revolutiejaar dat aan Nederland voorbij ging.


8 november

Dr. Harm Veldman

Beeldenstorm 1566

De geschiedenis telt talloze Beeldenstormen, waaronder die uit 1566 in de Nederlanden. Wat dreef de mensen die de beelden letterlijk bestormden? Waren dat revolutionairen? Hongerlappen? Of vrome mensen die geen beeld in de kerk wilden? De achtergrond is veelkleurig: sociaal en radicaal, ook reformatorisch. We bekijken 1566 in zijn historische context: de Nederlanden dreigen een Spaanse provincie te worden, waar alleen de rooms-katholieke kerk de dienst uitmaakt en waar geen echte democratie bestaat, wel tirannie of dictatuur door de Spaanse koning Philips II. Hij laat eerst zijn halfzus Margaretha regeren, maar ze is veel te slap. Ze laat zo veel toe dat de protestanten hun kansen grijpen: hagenpreken en daarna beeldenstorm. Maar niet overal. Hoe denken de protestanten over beelden? En mag men zich verzetten tegen de koning van Hispanje? En belangrijk voor Groningers: heeft de beeldenstorm ook toegeslagen in Groningerland? Historicus Harm Veldman beantwoordt deze vragen en meer.


 


15 november       

Mineke Bosch    

Opstandige vrouwen

De strijd om het vrouwenkiesrecht in Groningen en daarbuiten, tussen 1894 – 1919

In deze lezing neem Mineke Bosch de toehoorders mee naar de strijd die vrouwen voerden om kiesrecht te verkrijgen op dezelfde voet als mannen. Groningen liep in de strijd bepaald niet achteraan. Behalve Aletta Jacobs waren er nogal wat andere Groningse vrouwen uit stad en ommeland actief, zoals Annette Versluys-Poelman, Titia van der Tuuk, Betsy Bakker-Nort en Anna Polak. Wie waren deze vrouwen? Waren het – zoals boze socialistische tongen beweerden – dames die uit verveling het beperkt kiesrecht eisten ter versterking van de eigen klasse? En hoe bereikten deze vrouwen hun doel?



22 november      

Marianne Kruijswijk

De strijd voor algemeen kiesrecht in het Oldambt

Wie heeft het hier voor het zeggen?

Het einde van de negentiende eeuw was de periode van de grote emancipatiebewegingen. In die beweging speelde het verkrijgen van het kiesrecht een grote rol. Arbeiders, de kleine luyden van Abram Kuyper en de vrouwen steden om dit hoog gewaardeerde recht. Deze lezing vertelt het verhaal van de ontwikkeling van het kiesrecht van 1850 tot 1920 en de effecten ervan in het Oldambt en Westerwolde. Marianne Kruijswijk is archivaris en historicus en werkt in Winschoten als directeur van het Cultuurhistorisch Centrum Oldambt.


29 november      

Anna van der Molen        

Georganiseerd verzet in WOII

Anna van der Molen, coördinator van het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen, vertelt deze avond over de collectie van het OVCG en welke schat aan informatie hier te vinden is. In het depot liggen officiële papieren, persoonlijke documenten als dagboeken en brieven, maar ook affiches, foto’s en objecten. Over het verzet in Oost-Groningen is genoeg te vinden. Het lastige is soms al deze verschillende archiefstukken met elkaar verbinden. De aanwezigen worden uitgedaagd om zelf deze puzzel te maken. Hoe maak je een compleet verhaal met snippers informatie? Door bronnen te combineren worden meerdere verhalen uit het verzet in Oost-Groningen verteld, van hulp aan onderduikers tot gewapende overvallen. Verschillende personen en gebeurtenissen uit de jaren 1940-1945 staan hierbij centraal.


6 december        

Tjarko van Dijk/Obby Veenstra    

Karl Marx in Oost Groningen

Dit jaar is het 200 jaar geleden, dat Karl Marx werd geboren. Tijdens zijn leven zou hij uitgroeien tot de meest bewonderde én meest gevreesde revolutionair van de 19e eeuw. Een bijna mythische persoon. Maar wie was Karl Marx nu werkelijk en wat drong er tijdens zijn leven over hem door in Westerwolde en Oldambt? Historicus Tjarko van Dijk onderzocht deze vraag in de voor hem gebruikelijke solide wijze. De directeur van het MOW, Obby Veenstra, eveneens historicus, deelt zijn bevindingen met het publiek.

Tentoonstelling Fotografen van de vooruitgang arriveert in het MOW


Vanaf 14 oktober 2018 kun je in het museum te Bellingwolde terecht voor de foto’s van Tonnis Post (1977-1930) en Dirk Kome (1976). De tentoonstelling biedt een bijzondere ontmoeting tussen historische en moderne fotografie.

Tegenwoordig is de fotograaf Tonnis Post (1877-1930) vooral nog bekend van zijn foto’s van plaggenhutten in Westerwolde. Vanuit zijn studio in Winschoten fotografeerde hij echter veel meer, door het hele oosten van Groningen. Fotograaf Dirk Kome (1976) haalde in een grondige zoektocht meer dan duizend oude foto’s van Post boven water, uit collecties van musea, archieven en vooral particulieren.

Tegelijkertijd fotografeerde Kome wat er inmiddels, een kleine eeuw later, terecht kwam van de onderwerpen van Post. Zo ging hij op zoek naar de plekken en de nazaten van de mensen die Post fotografeerde. De historische en moderne foto’s komen samen in de tentoonstelling.

De tentoonstelling was eerder, in een iets andere vorm, te zien in het Fotomuseum Den Haag en reist nu naar Bellingwolde, waar de tentoonstelling extra elementen krijgt. Zo toont het MOW de resultaten van de publieksactie Mien doalders plekje, een portrettengalerij van 144 (!) foto’s én enkele foto’s van Post die recent boven water kwamen.

De tentoonstelling loopt, anders dan eerder gecommuniceerd, tot en met 31 maart 2019.

Voor kinderen biedt de tentoonstelling een eigen route en speciale programma’s tijdens de vakanties. Bij de tentoonstelling hoort verder het boek Fotografen van de vooruitgang. Het boek is onder meer verkrijgbaar in de museumwinkel.

Het MOW vind je aan de Hoofdweg 161 te Bellingwolde. Het is museum is elke woensdag tot en met zondag open, doordeweeks van 11 tot 17 uur en in het weekend van 13 tot 17 uur. De Museumkaart is geldig. Op woensdag bepaal jezelf de hoogte van jouw entree en kinderen hebben altijd gratis toegang. Meer informatie over de tentoonstelling en het museum lees je op www.museumdeoudewolden.nl.

Extra toelichting op de tentoonstelling

Fotograaf Dirk Kome (1976) heeft een fascinatie voor het platteland én historische foto’s. Iets wat bijvoorbeeld eerder tot uiting kwam in het vastleggen van zijn eigen jeugd in Rockanje en in de tentoonstelling ‘Boeren’ uit 2016, een overzicht van het boerenleven in de Nederlandse fotografie vanaf 1885. Een interesse in de bijna vergeten Groningse fotograaf Tonnis Post, past prachtig in dit rijtje.

Tonnis Post : fotograaf op de rand van de moderne tijd

Post leefde van 1877 tot 1930 en kende een bloeiende fotopraktijk in Winschoten. Bekend is hij inmiddels vooral nog van zijn fotografie van armoedige woonomstandigheden in Westerwolde en zijn verslag van de kanalisatie in deze regio. Maar hij deed natuurlijk veel meer, portretfotografie bijvoorbeeld. Vele Oost-Groningse families hebben nog wel een echte ‘Post’ in het familiealbum, al heeft men zich dat niet altijd gerealiseerd.

In de tijd van het Post, het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw was fotografie een luxe. Slechts een enkeling bezit een camera. Het is tegelijkertijd het moment van de onomkeerbare intrede van de moderne tijd. Deze voortgang toont zich in de bouw van nieuwe fabrieken, de komst van de eerste mechanische landbouwapparaten, het graven -met de hand- van kanalen in Westerwolde en de aanleg van het stoomtramspoor van Ter Apel naar Delfzijl. Tonnis Post is erbij en legt alles haarscherp vast.

Met zijn grote, houten platencamera en zijn zware schoudertas vol glasnegatieven en magnesiumpoeder doorkruist Tonnis Post Oost-Groningen op zijn fiets. Hobbelend over modderige paden, want verharde wegen zijn er nog niet. Het waterschap, de stoomtrammaatschappij en een bedrijf in landbouwapparatuur behoren tot zijn belangrijkste opdrachtgevers. Daarnaast fotografeert hij, in samenwerking met arts Pieter Bloemers Middendorp (1877-1958), vier jaar lang de huizen van de allerarmsten in Westerwolde. Post fotografeert en Middendorp noteert op de achterkant van de afdruk alle details van de veelal erbarmelijke woonomstandigheden. Het meegebrachte magnesiumpoeder dient voor het flitslicht dat in de krappe en donkere ruimtes wel nodig is.

Deze foto’s brengen een wereld tot leven die we tegenwoordig bijna niet voor kunnen stellen: armlastige Groningers voor hun half ingegraven plaggenhutten; kinderen in krappe bedstedes waar varkens of schapen omheen scharrelen; gezinnen met een tiental kinderen poserend voor een kleine, vervallen boerderij.

Kome speurde meer dan twee jaar naar de overgebleven foto’s van de Winschoter fotograaf, bij archieven, musea én bij particulieren door het hele land. Een speciale fotodag in het MOW en later in Winschoten hielpen hierbij. Uiteindelijk verzamelde Kome zo meer dan duizend foto’s van Post. Kome ging echter nog een stap verder.

Kome: Post re-visited

Ruim honderd jaar nadat Post zijn iconische foto’s maakte, doorkruist Kome met zijn camera Oost-Groningen – niet op de fiets maar heel comfortabel met de auto. Met deze zoektocht ontstaat langzaam maar zeker een beeld van de omvangrijke carrière van Tonnis Post en daarmee ook van Nederland rond de Eerste Wereldoorlog. In de voetsporen van zijn Groningse voorganger maakt Kome nieuwe beelden, een vorm van zogeheten ‘re-photography’.

Kome brengt in beeld wat er terecht kwam van de projecten die Post ooit fotografeerde en portretteert de nazaten van Groningers die door Post ooit zijn vastgelegd. Wonen de nazaten van de welgestelden onder hen nog steeds op stand? Hoe vergaat het de kleinkinderen van de plaggenhutbewoners? Heeft de kanalisatie de verwachte welvaart gebracht? In de tentoonstelling komen de foto’s van Tonnis Post en Dirk Kome samen. Post krijgt daarmee bijna een eeuw na zijn dood alsnog museale aandacht. De tentoonstelling laat een deel van het oeuvre van Post zien in dialoog met foto’s van Dirk Kome.

Tonnis Post
Tonnis Post wordt in 1877 geboren in Loppersum. Na zijn opleiding tot fotograaf aan de Kunstacademie Minerva neemt hij in 1901 een “Photo-Atelier” in Winschoten over. Behalve het fotograferen van de stroom aan mensen die naar zijn studio komt, trekt hij regelmatig voor opdrachtgevers de provincie in.

Dirk Kome
Dirk Kome (1976) komt uit Rockanje waar zijn vader en broer nog steeds een boerenbedrijf hebben. Hij studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie en aan de Rijksakademie in Amsterdam. Als fotograaf legt hij in zijn werk verbanden tussen wat is en wat is geweest.