Britse bommenwerper stort neer in Jipsinghuizen

Ingezonden door: Jochem Abbes & Gert Abbes.

Op 13 maart 2021 is het precies 80 jaar geleden dat een Britse ‘Vickers Wellington Mark 1C’ bommenwerper van de Royal Airforce (RAF) werd neergeschoten boven Jipsinghuizen. Het vliegtuig was die avond om 20.00 u. opgestegen van de vliegbasis Stradishall in het graafschap Suffolk met de bedoeling om Hamburg te bombarderen. De bemanning bestond uit zes leden: Victor Bagley, George Daniel, Alexander Elder, Sol Glazer, John La Bassee Tomkinson en Douglas Waters, allen sergeant en twintigers.

Tijdens de vliegroute over de provincie Groningen werd het vliegtuig rond 23.00 u. onderschept door een Duitse Messerschmitt 110 nachtjager met de gevreesde Oberfeldwebel Paul Gildner als piloot. Gildner stond bekend als één der meest succesvolle nachtjagers van de Duitse Luftwaffe met tientallen fatale aanvallen op Geallieerde vliegtuigen op zijn conto. Gildner had net, twintig minuten eerder, boven Tolbert een Britse ‘Blenheim’ naar beneden geschoten en kreeg kort daarna de ‘Wellington’ in het vizier.

Boven Westerwolde viel hij de Britse bommenwerper aan en wist met mitrailleurgeschut het toestel te raken. Eén van de motoren vloog in brand en het toestel dook naar beneden om pal ten zuiden van de wagenmakerij van Abbes in Jipsinghuizen neer te storten. Daarbij kwamen vijf van de zes bemanningsleden om het leven. De staartschutter werd al tijdens de aanval in de lucht dodelijk getroffen. Twee bemanningsleden konden tijdig uit het vliegtuig springen. De overige vier mannen lukte dat niet meer en kwamen bij de crash om het leven. Eén van de twee parachutisten viel te pletter doordat zijn scherm niet (volledig) open sloeg. De tweede, sergeant D.W. Waters, landde in het bosje bij Leemdobben en overleefde het dramatische incident.

Aanvankelijk opgevangen door de aan de overkant van de weg wonende familie Eelsing, lukte het niet om Waters op tijd in contact te brengen met de ondergrondse. Hij werd door de plaatselijke politie en “al te gedienstige” medelanders gevangen genomen en tegen 03.00 u. opgehaald door een escorte van de Duitse Luftwaffe van de vliegbasis (Fliegerhorst) Leeuwarden, vanwaar Gildner ook was opgestegen. Sergeant Waters zou de rest van de oorlog in Duitse krijgsgevangenschap doorbrengen. De volgende dag werd de omgeving van de crash in Jipsinghuizen door de Duitsers afgezet en werden de verkoolde resten van de overige bemanningsleden uit het vliegtuig gehaald en later met militaire eer begraven op Esserveld bij Groningen. De in het wrak nog aanwezige bommen werden elders in het veld opgeblazen. De explosie bij de crash veroorzaakte grote schade bij de omringende huizen.

In maart 2016, 75 jaar na het gebeuren, bracht de zoon van sergeant Douglas Waters, Ian Waters, een bezoek aan de familie Abbes in Jipsinghuizen. Het contact was tot stand gekomen via Klaas Niemeijer van het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen die door Waters was benaderd om meer informatie. Waters junior was erg betrokken bij de oorlogservaringen van zijn in 2008 overleden vader en wilde graag de locaties van de gebeurtenissen in de nacht van 13 op 14 maart 1941 bezoeken. Het werd een onvergetelijk bezoek waarbij herinneringen werden opgehaald, de gang van zaken werd gereconstrueerd en de plek des onheils achter het erf werd bezocht.

Hoogtepunt van het bezoek was de ontmoeting met de enige, directe ooggetuige van de gebeurtenissen van destijds: mevrouw Hulsker-Eelsing te Sellingen. Als klein meisje van 14 jaar woonde ze destijds met haar familie vlak bij het bosje van Leemdobben. Samen met Ian Waters bezochten we haar en tot onze verrassing bleek ze levendige herinneringen te hebben aan het voorval. Ze vertelde gedetailleerd hoe ook haar familie was opgeschrikt door het nachtelijke vuurgevecht en buiten had staan kijken naar het vuur in de lucht. Plotseling zag ze een parachutist uit het duister naar beneden komen in het bosje aan de overkant. Familieleden gingen kijken, zagen de Britse piloot in de bomen hangen en zich bevrijden uit de parachute en namen hem mee naar huis waar hem koffie werd aangeboden. Tot verbazing van Ian Waters vertelde mevrouw Hulsker hoe zij 75 jaar eerder een hand van zijn vader had gekregen en hoe de situatie verder verliep.

De vraag of ze ook nog kon aanwijzen waar de piloot naar beneden was gekomen antwoordde ze bevestigend en nadat we met elkaar in de auto naar Leemdobben waren gereden wist ze moeiteloos de bomen aan te wijzen waar sergeant Waters met de parachute in was beland. Al met al was het een onverwachte – en voor Waters ook emotionele – wending aan het bezoek.

Inmiddels zijn we vijf jaar verder en is het vandaag 80 jaar geleden dat de Britse bommenwerper bij Jipsinghuizen is neergestort. Er is geen gedenkteken op de plaats van de crash. Toch willen we met eerbied de vijf Britse bemanningsleden gedenken die in Jipsinghuizen het leven lieten in de strijd tegen nazi-Duitsland. We blijven de Britten zeer erkentelijk voor hun offers en grote inzet bij de bevrijding van ons land, ook sergeant Douglas Wilmott Waters.

Duitse opname van de neergestorte Britse Wellington achter het huis en het bedrijf van de familie Abbes. Eén van de Duitsers is Paul Gildner, de nachtjager die het vliegtuig naar beneden schoot. Bron: Groninger Archieven.

Britse Wellington. Bron: http://www.gaasterlandinwo2.nl/monument-oudemirdum-bij-ijsselmeer/

De graven op Esserveld bij Groningen. Foto: G.J. Abbes.

Jongensstad Sellingen met reacties (update 4-3-2021)

Jongensstad Westerwolde, Dennenweg 1 te Sellingen. Onder ministerie van OKW ondergebracht in de houten barakken van de werkverschaffing. Het was een driemaandenkamp met vier groepen van 13 kinderen afkomstig uit het hele land, maar voornamelijk uit de grote steden, bovendien waren het moeilijk lerende kinderen. In de volksmond werd het “het Boefjeskamp” genoemd. De film dateert uit de jaren 1956-1958.

https://proxy.archieven.nl/mp4/5/B73A6B6F6A414E07AB1DFEE38E809E3BJonge

Van één van de toenmalige kinderen die in 1957 in Jongensstad Sellingen verbleef, kregen we wat foto’s uit zijn privé archief en met de foto’s die we inmiddels zelf hebben verzameld geeft dit samen met bovengenoemde film een aardig beeld van het geheel.

De foto’s kunt u zien via deze link.

Link naar een artikel van de Verhalen van Groningen, waar de meningen nog al over verdeeld zijn.

We kregen nog de volgende reacties binnen via e-mail:


Op één van de foto’s staat de vader van Sjoerd Hoomoedt in de deuropening van het magazijn. Samen met de burgo Dick Constandse. Verder zie je Eppie de kok en de jonge wedo Henk Panneman als leerkracht.

Henk Panneman, werkzaam bij Jongensstad Westerwolde stuurde ons de volgende informatie:

“Jongensstad Westerwolde” in Sellingen was een internaat waar jongens met een problematische opvoedingssituaties gedurende 3 maanden werden opgevangen. De aanmelding gebeurde op verzoek van het schoolhoofd door de maatschappelijk werkster van de SPD. (Sociaal Pedagogische Dienst) Deze maatschappelijk werkster was verbonden aan scholen, die je tegenwoordig basisschool voor speciaal onderwijs noemt. Soms liep de aanmelding via de kinderrechter. Uiteraard dienden de ouder(s) hun toestemming te geven.
In “Jongensstad Westerwolde” was opvoeding/vorming gericht op het aanleren van deugden en waarden als: “Je hoort netjes te leven met respect voor elkaar. Blijf van de spullen van een ander af”. Vandaar de briefjes die je kon halen. Dat waren getuigschriften voor “Beleefdheid”, Goed humeur”, Orde en netheid”, “Vriendschap”, “Werklust” en “Eerlijkheid”. Elke twee weken werd tijdens de stadsraad besproken of je al een getuigschrift had verdiend. Als je alle zes getuigschriften had behaald, kreeg je bij vertrek de burgerschapskaart uitgereikt. Was een soort paspoort met je foto erop voorzien met handtekeningen van de Burgo en jouw groepsrado. Je was dan officieel burger van onze stad geworden.
De Burgo was de burgermeester (directeur) van onze stad. De Wedo was de wethouder (adjunct directeur) en alle andere medewerkers waren Rado (raadsheer) of Rada (raadsdame).
Je ging naar school. Er waren vier soorten lessen. Handenarbeid, sport, toneel/dans en gewoon school, dus lezen, rekenen en schrijven. ‘s-Avonds spelletjes in de groep of brief maar thuis schrijven. 1 maal in de week “Radio Jongensstad” met veel activiteiten waar je aan deel kon nemen. Elke dag begon met het hijsen van de vlag. Doel: we wisten of we nog compleet waren en wie waar was. Je kon een bepaalde dienst hebben. Werken in de keuken of in de eetzaal bijvoorbeeld. Op zaterdagochtend had je corvéé in de groep. Alles schoonmaken. Zowel binnen als buiten. De Burgo of de Wedo kwamen inspecteren. Was erg belangrijk voor het halen van je getuigschrift. Op zondag kwam de dominee voor een dienst met de Prot-jongens. De pater kwam voor de RK-jongens en de Geen-jongens gingen naar de humanist. In het week-end werd ook veel gewandeld in de omgeving. De middagmaaltijd werd genuttigd in de eetzaal.
Ik hoop je voldoende info gegeven te hebben.
Hartelijke groet,

Henk Panneman (Wedo van januari 1967 t/m maart 1971)


Ons lid Harry Tees zond ons het volgende bericht:

Geacht bestuur,
Ik las even op de website van “onze” historische vereniging Westerwolde”. Een leuk artikel over Jongensstad Westerwolde en stuur u even een korte reactie.

Ik zie op één van de foto’s de heer Hoomoedt staan. Hij is de vader van de thans in Sellingen wonende Paul Hoomoedt, Dorpsstraat 29 Sellingen (voormalige woning van huisarts Smit)

Paul Hoomoedt, die in het dorpsleven van Sellingen actief was en mogelijk nog is, zou wellicht nog iets kunnen vertellen over zijn vader, die zoiets als concierge was in de Jongensstad Westerwolde. Hij (zijn vader) woonde met zijn gezin (4 of 5 kinderen) aan de Dorigweg in Sellingen en in zijn schuurtje achter zijn huis had hij zijn stoffeerdersactiviteiten (bekleden van stoelen e.d.). Zijn vrouw was een bekende verschijning in het dorp Sellingen. Zij, zeer creatief, legde zich (reeds op oudere leeftijd) toe op o.a. fotografie. Dankzij haar zijn vele bekende oud-elementen van het dorp maar ook personen (boeren met paard aan het werk) fotografisch vastgelegd. Gezegd mag worden dat de familie Hoomoedt veel voor het dorp Sellingen heeft betekent.

Als leerling van de lagere school in Sellingen herinner ik mij een aantal bezoeken van onze klas aan Jongensstad. Ons werden verhalen verteld en films getoond. In mijn herinnering zijn de prachtige tekenfilms (lachfilms) blijven “hangen”. De jongens die aldaar verbleven werden door ons “boefjes”  genoemd. Het kamp werd dan ook in de volksmond “Boefjeskamp” genoemd. De kinderen daar kwamen zelden in het dorp maar zeker op de dag van St. Maarten, 11 november. Ze liepen dan in groepjes met zelfgemaakte lichtjes, gemaakt van een uitgeholde voerderbiet, langs de huizen en zongen in “hooghollands” hun liedjes. Liedjes die wij als Sellingers vaak niet kenden.

Iets van last in het dorp van deze jeugdige bewoners kan ik mij niet herinneren.

Hopende hiermee een kleine bijdrage te hebben geleverd aan de “historie”

Met vriendelijke groet,

Harry Tees


Reacties op dit bericht zien we graag. Heeft u ook nog foto’s? Stuur ze dan naar info@verenigingwesterwolde.nl.

Wie weet meer over Reint Jan Potze?

 

 

Gisteren ontving ik een foto van een achternicht waarop vermoedelijk Reint Jans Potze staat, gehuwd met Roelfien Huiting.
Mijn neef ir. Jan Potze, voor zijn overlijden jarenlang lid van de Historische Vereniging Westerwolde en tevens bestuurslid, deed
onderzoek naar de familie Potze. Wat hij mij ooit meedeelde, was, dat onze overgrootvader Reint Jans Potze, geboren op 18 oktober 1845 in Rijsdam
en overleden op 17 augustus 1916 in Harpel, aan de linkerkant woonde van de ingang van een waterwinningbedrijf, hij jenever smokkelde en een gerenommeerd stroper was.
De eerder genoemde achternicht weet van haar moeder dat de man op de foto schaapherder is geweest. Maar waar is onduidelijk.
 
Ik zou graag willen weten of er binnen de Historische Vereniging Westerwolde iets bekend is over schaapherders in de omgeving van Rijsdam/Harpel/Vlagtwedde.
En of de naam Reint Jans Potze in combinatie met het beroep schaapherder is te maken.
 
Hopelijk kunt u mij verder op weg helpen in mijn zoektocht naar de man op de foto hieronder.
 
Graag hoor ik tzt iets van u.
 
Met vriendelijke groet,
 
Hetto Zijlstra
Elzendal 61
3142 AD Maassluis
m. 06-18448261

Wie is/was Henny Kenter uit Blijham?

Uw medewerking gevraagd . Wie heeft Henny Kenter uit Blijham gekend?

Van Geert Volders, algemeen manager van de Stichting Folkingestraat Synagoge in Groningen kregen we het volgende bericht:

Onlangs hebben we als Stichting Folkingestraat Synagoge het poesie-album van het joodse meisje Henriëtte (Jetta) Slager (1925-1943) uit Winschoten ontvangen. Tussen ruwweg mei 1938 en april 1942 is het album gevuld met gedichtjes. Het allerlaatste gedichtje is op 22 december 1942 in Blijham geschreven door ‘Henny Kenter’. Afgaande op de naam, vermoed ik dat Henny Kenter niet-joods was. Opmerkelijk, want op dat moment was contact tussen joden en niet-joden reeds verboden. In oktober 1942 zijn al veel joden uit Oost-Groningen weggevoerd en kort daarop vermoord in de vernietigingskampen in Oost-Europa. Jetta Slager is in maart 1943 gedeporteerd vanuit Winschoten naar Westerbork en al twee weken later naar Sobibór, waar ze direct na aankomst is vermoord.

Ik zou graag willen weten wie Henny Kenter is/was en of bekend is wat de relatie met Jetta Slager uit Winschoten was. Met name de datum, december 1942, vind ik erg bijzonder vanwege de omstandigheden. Ik durf niet met zekerheid te zeggen of Henny een man of vrouw is. In het poesiealbum hebben zowel jongens als meisjes geschreven.

Als bijlage de betreffende bladzijde uit het poesie-album.

Het e-mail adres van Geert Volders is geert.volders@gmail.com

Wie herkent deze zonnewijzer?

Van Ada Even ontvingen we onderstaande foto. Ze heeft er een vraag bij. Waar is de foto genomen? Wie weet het antwoord?

 
Het enige dat te zien is is een opvallende zonnewijzer naast te deur. In het raam spiegelt de fotograaf. Op deze foto staan Gosen Drent en Aaltje Roskamp. Gosen is in 1840 in Nieuwe Pekela geboren en Aaltje in 1838 in Oudeschans. Gestorven zijn ze beiden in Alteveer. Ze hebben alle twee verbinding met Westerwolde. Aaltjes vader en moeder hebben alle twee in Tange en Bellingwolde gewoond. Aaltjes zus Pietertje, was met Jan Feringa getrouwd en heeft ook in Vlagtwedde gewoond. Deze achtergrond lijkt voor mij op een boerderij. Misschien heeft Gosen op een boerderij gewerkt. Zijn vader en schoonvader waren beiden bakker van beroep.
 
De vraag stond als een poosje op de website van Oud Bellingwedde, maar we kregen vandaag een reactie van Gerard van den Braak, die zich interesseert in zonnewijzers. Misschien leuk om eens te kijken op zijn website www.zonnewijzers-nederland.nl

Bruine inkt tekening : `t Schot. Oud Ter Apel. Wie heeft deze gemaakt.

A. Smallenbroek is in het bezit van een mooie tekening. Na een tip werd hem verteld dat deze tekening is gemaakt  na  een ansichtkaart die heruitgegeven is in 1903. Afmetingen: 25,8 cm bij 16,5 cm Deze staat dus in de Beeldbank. Wie zou deze hebben kunnen gemaakt?
Ik vind hem klasse, aldus Smallenbroek. We horen het graag. U kunt onder het bericht reageren.

De tekening

De ansichtkaart

 

Schilderij van Onstwedde. Waar ben je gebleven?

Is er iemand die weet waar dit schilderij zich op het ogenblik bevindt? Het schilderij gemaakt door A.H. Koning in de periode 1820-1850, stelt de kerk van Onstwedde voor en het schilderij heeft jaren geleden in het gemeentehuis van Bellingwolde gehangen. De samenstellers van het boek over de Landschapsbiografie van Westerwolde zijn er erg in geinteresseerd.
Reacties graag naar info@verenigingwesterwolde.nl